Vorige week was het Herfstvakantie en daarmee gepaard komt het Halloween feest die jaar na jaar meer en meer gevierd wordt in onze streken.
Het is dan ook normaal dat je op affiches, op straat, in de pretparken en zo verder spoken ziet verschijnen. Soms worden die ook vergezeld met andere wezens. Alleen, als die spoken verschijnen op het schaakbord, dan kan het lastig worden.
Dat ondervond ik dan ook vorige week vrijdag tijdens mijn partij tegen Vincent die we speelden naar aanleiding van het Bekerkampioenschap.
Vincent en ik hadden vorige week vrijdag afgesproken om onze Bekerwedstrijd te spelen. Gelukkig waren we niet helemaal alleen, ook Jelle en Georges speelden hun Bekerwedstrijd.
Ik ben de zwakkere speler, dus krijg ik enkele voordelen: Vincent begint met 19 minuten minder op zijn klok. Bovendien moet Vincent winnen om door te gaan, ik moet enkel en alleen remise halen. Of winnen uiteraard, maar ik weet dat dit met Vincent moeilijk zou worden. Het lot lachte me ook toe, want ik kreeg de witte stukken, nog een extra voordeel.
Als opening kies ik voor het Italiaans, uit ervaring weet ik dat dit meestal tot niet te complexe stellingen leidt en dat is in mijn voordeel, zeker als ik remise wil halen. Vincent kiest voor de Hongaarse verdediging, voor mij in ieder geval een nieuwere variant. Na zijn d6 besluit ik met h3 een penning te vermijden op mijn Paard op f3.
Ik heb de indruk dat hij met f5 de stelling wil openbreken, dus zet ik mijn Paard op f3 even naar h2 om daarna met f3 mijn centrumpion te ondersteunen. Dat is echter niet het plan van Vincent, want hij gaat met zijn Paard(en) achter mijn witte Loper aan. Blijkbaar wil hij mijn Loper paar. De witte Loper is al zeker verloren, dus beslis ik dan maar mijn zwarte Loper op te geven om centrum even te verzwakken.
Hij speelt f5 – intussen neem ik zijn tweede Paard met mijn zwarte Loper – ik speel dus f3, maar hij schuift door naar f4. Geen probleem, dan zetten wij het midden wel open met e4, hij verdedigt zijn pion op e5 door zijn zwarte Loper op f6 te plaatsen, dus kan ik zijn zwarte Loper paar onder druk zetten met Paard naar g3 en nu zal hij zijn Loper paar kwijtraken.
Hij verkiest blijkbaar zijn zwarte Loper – super centraal, ik kan hem begrijpen – en neemt mijn Paard met zijn (nog niet ontwikkelde) witte Loper. Ik neem terug met mijn h-pion. Zo maakt ik wel een open lijn op de h kolom, maar ik meen dat dit verdedigbaar zal zijn. Tijdens de analyse achteraf vraagt Vincent zich af of het niet beter was geweest met de f pion te nemen, maar de computer ziet er ook geen grote problemen in.
Ik zou mijn Paard graag op d5 krijgen, maar hierdoor verlies ik mogelijks mijn pion op b2. Hij gaat eerst uit een mogelijk schaak op d5 (waardoor ik een pion zou kunnen winnen op b7). Nu wil ik vooral vermijden dat hij mij schaak kan zetten met zijn zwarte Loper op d4, want dan is die open h-kolom wel dodelijk. Ik doe dus een tussen zet met mijn Dame naar d2 met de bedoeling die daarna naar f2 te verplaatsen. Hij besluit om eerst een rook lift uit te voeren, wat meteen mijn eerste probleem oplost, ik val zijn Toren aan met mijn Paard naar d4 en daarna zet ik de pion naar c3, hiermee kan zijn Loper alvast niet meer naar d4. Zijn Dame komt, geheel naar verwachting, naar h4.
Dat is het moment waarop ik mijn spook zie: om de één of andere reden ben ik plotseling 100% overtuigd dat ik wel degelijk iets over het hoofd heb gezien en dat hij mij mat kan zetten. Ik zie niet meteen een andere oplossing dan de g pion vooruit te schuiven (en dus op te offeren), zodat mijn Dame redding kan brengen. Dit is echter een immense blunder, de computer vond dat ik dan toe lichtjes positief stond, nu sta ik bijna een stuk achter als Vincent de goede zetten kiest.
Gelukkig doet hij dit volgens de computer niet, kan ik nog min of meer standhouden (slechts een half punt achter). Hij speelt g5, wat ik op het moment zelf niet helemaal begreep, maar in de analyse achteraf gaf Vincent aan dat hij vreesde voor mijn f4. Ik zie echter een mogelijke vork met mijn Paard om daarna de pion terug te winnen op g3, dus speel ik Paard naar e3.
Uiteraard kan Vincent dit gemakkelijk oplossen door schaak te geven op h2, waardoor de Dames van het bord verdwijnen en zijn Toren op de tweede rij komt te staan. Ik wil mijn Toren op de open a-lijn laten staan, dus speel ik Toren van f naar b1 om mijn b2 pion te verdedigen.
Hij gaat met zijn tweede Toren achter mijn zwakke f pion en dan doe ik de definitieve blunder, ik speel mijn Paard naar f1, achteraf gezien niet de snuggerste zet. Zijn Toren kan hij gemakkelijk verplaatsen en uiteindelijk ga ik zo mijn Paard zelfs opsluiten.
Hij sluit mijn Paard op met g2, ik probeer hem nog te redden via Paard naar h2, maar zijn Toren naar h3 is voor mij de definitieve doodsteek. Ik probeer nog een val op te zetten – als hij mijn Toren neemt kan ik weer even verder, als hij die niet neemt zet ik hem zelfs mat, maar hij trapt nergens in en zet me mooi mat.
En zo stranden we in de kwartfinale van de Beker, dankzij het zien van een spook die er helemaal niet was!
Ook Jelle strandt in de kwartfinale, in zijn partij tegen Georges moest hij uiteindelijk het onderspit delven.